![]() |
![]() |
![]() |
|
![]() |
|
![]() |
|
|
![]() |
![]() |
Geplaatst: 15 juni 2013
Letsel door een ongeval Ongevallen op het werk en in het verkeer komen helaas regelmatig voor. Vaak veroorzaakt het ongeval pijn of letsel bij het slachtoffer. Soms is het letsel blijvend. Het slachtoffer lijdt hierdoor vaak grote schade. Welke schade komt voor vergoeding in aanmerking en wie moet dat betalen? Bij verkeersongevallen is aan de hand van de verkeersregels vast te stellen wie aansprakelijk is voor het ongeval. De verzekeraar van de aansprakelijke partij moet dan de schade betalen. De schade aan de auto wordt vaak wel betaald. Maar er is vaak veel meer schade. Denk bijvoorbeeld aan de ziektekosten die niet door de zorgverzekeraar worden betaald, de reiskosten in verband met bezoeken aan artsen en de verzorging van het slachtoffer (mantelzorg). Indien het slachtoffer een tijd niet kan werken, dan kan er flinke schade ontstaan. Immers, niet alle werkgevers betalen 100% door en na twee jaar ziekte kan het slachtoffer slechts in aanmerking komen voor een veel lagere uitkering. Verder heeft het slachtoffer ook recht op smartengeld. Het is verstandig om bij een verkeersongeval, waarbij het slachtoffer pijn of letsel heeft altijd contact op te nemen met een advocaat. Betaling van alle schade is lang niet altijd vanzelfsprekend. De advocaat zorgt ervoor dat u de schadevergoeding krijgt waar u recht op heeft. Bij arbeidsongevallen is de werkgever veelal aansprakelijk voor de schade van de werknemer. De werkgever is voor deze schade vaak verzekerd. Bij het vaststellen van de schade wordt onderhandeld met de verzekeraar. Het is verstandig om u daarbij te laten bijstaan door een advocaat. Net als bij een verkeersongeval komt alle schade voor vergoeding in aanmerking. Daarnaast heeft de werkgever de verplichting om met de werknemer re-integratieafspraken te maken. Wilt u meer weten over deze en andere onderwerpen? U kunt vrijblijvend en kosteloos contact opnemen op telefoonnummer 06-52509868.
|
![]() |
![]() |
Geplaatst: 15 juni 2013
Geschil met de overheid Het kan voorkomen dat u het niet eens bent met beslissingen die overheidsinstanties nemen. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de weigering of intrekking van een uitkering of de weigering van een vergunning etc. Vaak is het mogelijk om tegen besluiten van overheidsinstanties bezwaar te maken. U moet dan wel belanghebbende zijn. Een belanghebbende is iemand wiens belangen rechtstreeks bij een besluit betrokken zijn. Het kan zijn dat u zelf om een beslissing van de overheid hebt gevraagd. Het kan ook zijn dat de overheid uit eigen beweging een beslissing neemt die nadelig voor u is. De overheid is verplicht om in een besluit te vermelden of hiertegen bezwaar gemaakt kan worden en zo ja, hoe. Ook wordt in het besluit vermeld binnen welke termijn u bezwaar kan maken. Dit betreft een zogenaamde fatale termijn. Indien u na afloop van deze termijn bezwaar maakt, dan zal u in principe niet ontvankelijk worden verklaard. Dit betekent dat uw bezwaar in dat geval niet inhoudelijk wordt behandeld. Ook is de gang naar de rechter in dat geval niet zinvol. Het is dus erg belangrijk dat u binnen de termijn bezwaar maakt. Ook is het belangrijk dat u kunt aantonen dat u tijdig bezwaar hebt gemaakt. Indien het bestuursorgaan aangeeft dat zij uw bezwaarschrift niet of niet tijdig heeft ontvangen, dan is het aan u om te bewijzen dat u wel tijdig bezwaar hebt gemaakt. Het is daarom altijd aan te raden een bezwaarschrift per aangetekende post te versturen. In de bezwaarfase heroverweegt het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen zelf het besluit. Indien het bestuursorgaan bij haar standpunt blijft en uw bezwaar ongegrond wordt verklaard, dan kunt u de zaak voorleggen aan de bestuursrechter. Indien uw zaak zeer spoedeisend is, dan is het ook mogelijk om tijdens de bezwaarprocedure de zaak ook voor te leggen aan de rechter. U kunt in dat geval een voorlopige voorziening aanvragen bij de rechtbank. U kunt zelf bezwaar maken of beroep instellen bij de rechtbank, maar u mag zich ook laten vertegenwoordigen door een advocaat. Indien uw bezwaar of beroep gegrond wordt verklaard, dan heeft u in principe recht op vergoeding van uw proceskosten. U kunt daarbij bijvoorbeeld denken aan de kosten van uw advocaat en de kosten van door u ingeschakelde deskundige (bijvoorbeeld een arts). Wellicht komt u in aanmerking voor gesubsidieerde rechtsbijstand (toevoeging). De overheid vergoedt een deel van uw advocaatkosten indien u onder een bepaalde inkomensgrens valt. Uw advocaat kan u vertellen of u hiervoor in aanmerking komt en kan de zogenaamde toevoeging ook voor u aanvragen. Overigens geldt de regeling van gesubsidieerde rechtsbijstand niet alleen bij een geschil met de overheid. Voor alle juridische geschillen kan – onder voorwaarden – een toevoeging worden aangevraagd. Voor meer informatie hieromtrent zie ook www.rvr.org. Wilt u meer weten over deze en andere onderwerpen? U kunt vrijblijvend en kosteloos contact opnemen op telefoonnummer 06-52509868.
|
|
|
![]() |
|
![]() |